Kabinet voor behoud van voorkeursrecht

Het Kabinet wil het voorkeursrecht behouden. Afschaffing van dit instrument zou afbreuk zou doen aan de mogelijkheden van gemeenten om regie op grondbeleid en daarmee samenhangend op gebiedsontwikkeling te kunnen voeren. Het kabinet verwacht dat het voorkeursrecht in de toekomst een aanvullend instrument zal zijn dat bij voorkeur selectief wordt toegepast door overheden, aldus de minister van Infrastructuur en Milieu in haar brief aan de Tweede Kamer.

Gemeenten en provincies kunnen op basis van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) een voorkeursrecht vestigen op percelen die zij willen ontwikkelen. Een eigenaar die een perceel waarop het voorkeursrecht is gevestigd wil verkopen, moet dit eerst aan de gemeente of provincie te koop aanbieden. Sira Consulting en Van der Heijden Grondbeleid hebben in 2015 de Wvg geëvalueerd. Het rapport is hier raadpleegbaar.

Op grond van de evaluatie heeft de minister besloten om het instrument voorkeursrecht te behouden en op te laten gaan in de Omgevingswet. Het voorkeursrecht geeft vooral gemeenten een noodzakelijk sturingsinstrument in ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving sneller en met de gewenste kwaliteit te kunnen realiseren. Markpartijen stellen daarentegen dat gemeenten het voorkeursrecht te veel hebben toegepast en te veel grond hebben verworven, waarmee ze grote financiële verliezen hebben geleden en de markt hebben verstoord. Overheden blijken op basis van de evaluatie het voorkeursrecht momenteel echter steeds strategischer en zorgvuldiger toe te passen. De minister wil tegemoetkomen aan de behoeften van zowel overheid als markt en kiest er daarom voor om het voorkeursrecht te behouden, maar wel met een aantal verbeteringen.

Het voorkeursrecht wordt vereenvoudigd en verbeterd. De minister wil de instrumenten onteigening en voorkeursrecht beter op elkaar afstemmen. Een betere regeling rond intrekking van het voorkeursrecht moet ervoor zorgen dat een voorkeursrecht niet onnodig lang wordt gevestigd. Dit verbetert de positie van de eigenaren. Ook wordt zo voorkomen dat gemeenten verplicht zijn gronden aan te kopen die eigenlijk al niet (meer) nodig zijn voor een gewenste ontwikkeling van de leefomgeving met de daarbij behorende financiële gevolgen.

Beleidsmakers dienen zich volgens het Evaluatiebeleid wetgeving van het Kenniscentrum Wetgeving en Juridische zaken (Ministerie van VenJ) te vergewissen van de doelbereiking van de wet in relatie tot het gekozen instrument. Sira Consulting ondersteunt beleidsmakers hierbij middels het uitvoeren van beleids- en wetsevaluaties.

Meer weten?

Neem dan contact op met