Sinds de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) zijn gemeenten verantwoordelijk voor een toegankelijke, effectieve schuldhulpverlening. Toch zijn er in de praktijk nog allerlei problemen met de Wgs. Hierdoor wordt de meerderheid van de mensen met problematische schulden niet bereikt door de gemeente en krijgt deze groep geen hulp.
Knelpunten
Het onderzoek van Roel in ’t Veld laat zien dat het schuldhulpverleningstraject moeizaam verloopt. Niet alleen de hoeveelheid regels is problematisch, ook is sprake van gebrekkige coördinatie bij gemeenten en een traag schuldhulpverleningsproces. Gemeenten hebben te weinig expertise in huis en dat zorgt ervoor dat het schuldenprobleem aan het eind van het schuldhulpverleningstraject vaak niet volledig opgelost is. Het trage proces zorgt er daarnaast voor dat de schulden verder oplopen. Een ander knelpunt dat In ’t Veld benoemt, is de gebrekkige coördinatie tussen de verschillende rijkscrediteuren. Hierdoor staken de crediteuren hun vorderingsactiviteiten pas in een laat stadium, ook als duidelijk is dat er sprake is van een ‘kaalgeplukte kip’.
Verschillende criteria
Uit eigen onderzoek blijkt dat gemeenten beleidsregels voor de schuldhulpverlening hebben opgesteld en (globale) informatie over het schuldhulpverleningsproces op de eigen website beschikbaar stellen. Het schuldhulpverleningsproces begint vaak met een algemeen gesprek, waarin getoetst wordt of de aanvrager in aanmerking komt voor schuldhulpverlening. Daarna volgt een intakegesprek waarin de definitieve hulpvraag en begeleiding wordt bepaald. Het verschilt per gemeente welke toegangscriteria worden gehanteerd en welke bewijsstukken moeten worden meegenomen. Criteria om in aanmerking te komen voor het schuldhulpverleningstraject zijn bijvoorbeeld dat iemand een inkomen heeft, minimaal 18 jaar is, geen zelfstandig ondernemer is en geen nieuwe schulden maakt. Het aantal bewijsstukken kan behoorlijk oplopen: acht of meer bewijsstukken per aanvraag komt meer dan eens voor. Het gaat bijvoorbeeld om inkomstenspecificaties en bankafschriften van de afgelopen 3 maanden, een schuldenoverzicht, zorgpolissen en bewijsstukken van alle schuldeisers. Dit is problematisch voor mensen met hoge schulden, omdat zij niet zijn toegerust om met deze bureaucratie om te gaan en dus niet begrijpen wat de gemeente nu precies van hen verwacht. Gevolg is dat mensen met problematische schulden afzien van het schuldhulpverleningstraject.
Aanbevelingen en vervolg
Om de schuldhulpverlening effectiever en toegankelijker te maken, is het volgens In ’t Veld nodig om het toeslagenstelsel te vereenvoudigen. Dit betekent dat toeslagen óf afhankelijk gemaakt worden van het inkomen óf direct aan bijvoorbeeld de verhuurder worden uitbetaald. Zo wordt voorkomen dat mensen achteraf geld moeten terugbetalen, omdat zij hun inkomen te laag hebben ingeschat. Daarnaast beveelt In ’t Veld aan om oninbare schulden sneller af te schrijven, rijkscrediteuren doelmatiger te laten optreden en het gemeentelijk schuldhulpverleningsproces te verbeteren. Staatssecretaris Klijnsma heeft aangegeven de aanbevelingen te gebruiken bij de uitwerking van de nieuwe beleidsmaatregelen. De Kamer wordt hierover voor de zomer geïnformeerd.
Over Sira Consulting
Sira Consulting is expert op het gebied van effectieve dienstverlening en het stroomlijnen van processen bij gemeenten. Wilt u meer weten over wat Sira Consulting voor uw gemeente kan betekenen? Neem dan contact met ons op.
